zaterdag 28 augustus 2010

Vlinders in Luang Prabang en feesten in Vang Vieng

Na een paar dagen relaxen in Phayao vervolgde ik mijn reis. Eerst naar Chiang Khong om vanaf daar de grens over te gaan naar Laos. In dit grensstadje heb ik een nachtje doorgebracht en blij geweest dat ik hier niet de rest van mijn leven hoef door te brengen. Hoe mooi sommige plaatsen ook zijn, het leven is er soms behoorlijk nietszeggend. Één straat waar iedereen hetzelfde verkoopt en in dit geval zit te wachten op de volgende lading toeristen. Wel fijn om weer eens wat reizigers te treffen, want zo kan je een beetje opgaan in de massa. In mijn eentje word ik enorm nagestaard en daarnaast hebben mensen dan ook totaal geen schaamte om me te vragen of ik even met ze op de foto wil. Als fotograferende reizigster kan en mag ik hier natuurlijk geen nee op zeggen, maar soms voel ik me wel de twee koppige vrouw op de kermis. Niet in Chiang Khong, daar liepen meer soortgenoten rond.
De mooiste en bekendste manier om Laos in te reizen, is via de Mekong rivier. Nog leuker is het om hier de tijd voor te nemen en jezelf in twee dagen te laten afzakken naar Luang Prabang, de voormalige hoofdstad van het land. De eerste dag zat ik zes uur op een houten bankje, maar erg veel last had ik hier niet van. Groene bergen, kleine dorpjes met zwaaiende mensen en de rust van het water zorgden voor een relaxte stemming. Halverwege kwam er een groepje kinderen de boot op rennen met eten en drinken. Waarom ook niet de lokale bevolking een beetje steunen en honger had ik toch. De smaak van de chips deed me onmiddellijk naar de houdbaarheidsdatum kijken. Acht maanden geleden was het vast heerlijk geweest, nu verdween de zak naar de afvalbak. Mijn buik moest maar even wachten tot 's avonds.
Aan het einde van de middag kwamen we aan in Pak Beng, een mini dorpje waar we de nacht zouden doorbrengen. We waren nog niet aangemeerd of kinderen vlogen onze boot op en grepen naar onze tassen, die wij er weer zo snel mogelijk uittrokken. Voor veel geld wilden ze je backpack dragen. Naast de tassen waren de afvalzakken begerenswaardige objecten. Mijn buik trok samen toen voor mijn ogen een jongen enthousiast begon te eten van de oude chips. Voor de zoveelste keer deze reis voelde ik me een ontzettend verwend nest, maar ik werd ook een beetje boos. Boos omdat de straat waar we inliepen naar een guesthouse weer gevuld was met dezelfde restaurantjes, met mannen die allemaal hetzelfde aan stonden te prijzen. Waarom staat er niet eens iemand op met een origineel idee? Misschien zijn de mensen te moe van het feit dat ze iedere dag moeten zien te overleven, maar veel dorpjes blijven hierdoor wel hangen in een vicieuze cirkel van armoede. Uit alle restaurantjes waar ze 'het beste eten van Laos' hadden, hebben we dan toch een keuze kunnen maken. Tijdens het eten raakte ik aan de praat met twee Nederlandse meiden. Net als ik waren ze allebei alleen door Azië aan het reizen en na een avondje gezellig Nederlands geklets, sloot ik me de volgende dag bij Linda en Anique aan in Luang Prabang. De tocht daar naar toe was trouwens een stuk aangenamer. In deze boot hadden ze stoelen uit een minivan vast gezet. Een hilarisch gezicht, maar het werden daardoor wel negen comfortabele uren.
In Luang Prabang was de armoede trouwens ver te zoeken. Prachtige huizen lagen aan strak aangelegde straten en de restaurantjes maakten volop gebruik van het uitzicht op de rivier. Als backpacker haal je het niet in je hoofd om het over vakantie te hebben. Nee je bent aan het reizen, maar het eerste woord dat ons hier ontglipte was 'vakantiegevoel'. Bij vakantie hoort relaxen en hoe kan dat beter dan tijdens een massage. Voor mij was het de eerste en het bleek een weldaad voor mijn schouders, die mijn rugzak inmiddels meer dan zat waren.
Totaal ontspannen doken we 's avonds het uitgaansleven in. De meeste kroegen sloten om elf uur, maar er was één discotheek die zijn deuren een uurtje langer open hield. Niet zomaar een disco, maar een met een live band. Het geluid dat deze band produceerde was nog erger dan hetgeen je hoort tijdens het eerste de beste karaokefeest. Net toen we dachten dat we genoeg gehoord hadden, begon de dj met zijn werk en bleven we nog maar even hangen.
Watervallen horen tot de bezienswaardigheden van de stad en de volgende dag stapten we in een tuk-tuk om deze te bekijken. Niet de afstand bepaalt hier hoe lang je ergens over doet, maar de staat van de weg. Tijdens het uur dat we nodig hadden om bij de watervallen te komen, keek ik naar het stralende landschap. De prachtige vlinders die voorbij vlogen, kropen langzaam in mijn buik en gaven me het gevoel dat ik in een paradijs was beland. De klaterende watervallen wisten dit te overtreffen en voor ik het door had, zat ik met open mond te genieten van het uitzicht. We begonnen aan een glibberige tocht naar de top van een waterval, maar na een paar passen hield ik het voor gezien. Mijn hoogtevrees durfde het lot niet nog een keer te tarten.
Om half zes ging de volgende ochtend de wekker. Om deze tijd liepen monniken door de straten om van voorbijgangers eten te ontvangen. Met slaperige ogen zag ik Anique op een kleedje zitten en werd er door een vrouw allemaal eten voor haar uitgestald. Uit de manier waarop de vrouwen op mij afvlogen, begreep ik dat er iets mis was. Linda en ik konden nog weigeren, maar voor Anique was het al te laat. De schade was 5 euro. Voor westerse begrippen niet veel, maar hier kan je daar een hele dag van eten en drinken. Nou is afgezet worden nooit prettig, maar je leert er na een tijdje mee om te gaan. Niet om zes uur 's ochtends, dan wil je iemand het liefst aanvliegen. Gelukkig wisten we onze energie beter te benutten en zijn we een tempel gaan bekijken.
Heen en weer geschud door bochten en gaten in de weg reden we daarna met de bus naar Vang Vieng. De mensen hier geven graag al het eten weg dat ze bij zich hebben en dat geeft ons de mogelijkheid om kennis te maken met de lokale keuken. Deze keer stond er zoete maïs op het menu van één van onze medepassagiers. Best lekker, maar de smaak van de maïs viel een beetje weg.
Zeven uur later kwamen we aan in Vang Vieng waar we een drie persoonskamer vonden. Het kleine dorpje bestond voornamelijk uit restaurantjes met ligbanken. Waarom zou je in een restaurant gaan liggen? In dit geval omdat ze allemaal gevuld waren met tv-schermen die aan een stuk door de serie friends lieten zien. 's Avonds verandert dit dorp in een uitgaansgebied waar de emmers drank als zoete broodjes over de toonbank gaan. Met dit in je achterhoofd kan je jezelf vast wel voorstellen hoe de toeristen overdag voor de televisie hingen. De daarop volgende dagen zouden wij onderdeel worden van dit spektakel.
Vang Vieng heeft een aantal attracties. Zo kan je er bergbeklimmen en grotten bekijken. Allemaal bijzaak voor de ware reden om deze plek te bezoeken, tubbing. Na een heleboel grote verhalen gehoord te hebben van mensen met gehavende gezichten, vroeg ik me af waar ik aan ging beginnen. Zittend naast een grote band aan de rand van het water bedacht ik me dat ik misschien alvast mijn moeder moest bellen. Een kluns als ik zou hier natuurlijk nooit ongehavend uit komen. Op het water waren de zorgen snel vergeten. We dreven van de ene naar de andere bar. Daar werden we met touwen het water uitgetrokken en aan de bar gezet. Het gevaar bleek niet in het tubben te zitten, maar in de alcohol en de domme acties die mensen dan gaan uitvoeren. De vele glijbanen en touwen waarmee je het water in kon springen, zorgden voor veel vermaak. Na iedere bar werd onze groep groter en uiteindelijk dreven we met zijn allen in het donker, door het sprookjesachtige landschap, over de rivier terug naar het centrum. Op de achtergrond begon het te donderen, gelukkig op zo'n afstand dat we nog even konden genieten van dit magische gevoel. Bij het eindpunt kozen we de verkeerde kant om het water uit te gaan. Van boven tot onder bedekt met modder werden we door het hele dorp uitgelachen. Hoewel wij waarschijnlijk zelf het hardste lachten.
Er zijn mensen die het hier weken kunnen uithouden en gaan werken in een bar. De best lopende barretjes worden gerund door westerse mensen. Mij gaf dit een beetje een raar gevoel. Stel je voor dat Scheveningen overgenomen is door een groep Aziaten. Wij hadden het hoogtepunt na drie of vier dagen wel gehad. Linda en Anique gingen nog op een scooter naar de grotten en de volgende dag zijn we met een groepje naar de hoofdstad vertokken. In Vientiane had ik met mijn vader afgesproken en ik keek er erg naar uit om een bekend gezicht te zien. Hij kwam precies op het goede moment, want ik ging afscheid nemen van Anique en Linda. Meiden waarmee ik een meer dan geweldige week heb gehad en nu kon ik rustig nadenken over het vervolg van mijn reis. Onze ervaringen in de hoofdstad en mijn trip naar de 4000 eilanden in Laos, waar ik met twee nieuwe reisgenootjes van de ene in de andere hangmat val, bewaar ik voor de volgende keer.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten