maandag 25 oktober 2010

Van het paradijs naar Vietnam en op weg naar Nederland

'Je wordt 26?, oei dat is de start van een aantal moeilijke jaren.' Moeilijk? 'Ja, er wordt van je verwacht dat je volwassen bent maar eigenlijk weet je tot je 30ste nog helemaal niet wat dat is.' Inderdaad, ik heb geen flauw idee wat volwassen zijn inhoudt. Maar als ik het goed begrijp heb ik nog vier jaar de tijd om dat uit te vinden. Dit zijn van die gesprekken die je alleen 's avonds laat in de kroeg voert. Mijn gesprekspartner had ruim vijftien jaar meer ervaring in de levenskunst van het volwassen worden en luisterend naar hem ging ik me nog minder zorgen maken. Volwassen zijn is waarschijnlijk maar een relatief begrip.
De laatste dag van mijn 'makkelijke' jaren belandde ik in Kep, een dorpje aan de kust van Cambodja. Toeristen waren er nauwelijks te bekennen, maar aan aanspraak had ik geen gebrek. Waar ik ook ging zitten, binnen vijf seconden zat er iemand naast me. Zodra ze door hun Engelse woordenschat heen waren, meestal na een paar minuten, viel het stil en pakte ik mijn boek er weer bij. Voor de meeste mensen is dit een sein om op te stappen. Niet hier, ze bleven me gewoon zitten aanstaren. Het zal niemand verbazen dat mijn zenuwen dat niet lang vol hielden. Nog nooit heb ik in een middag op zoveel verschillende stenen gezeten. Tegen de tijd dat ik bij de laatste steen aankwam begon ik honger te krijgen en werd me geadviseerd om bij 'Anna's travel agency' te gaan eten. Met haar vloeiende Engels, buitengewone marketing talent en stralende glimlach had Anna het voor elkaar gekregen om in een paar maanden tijd het best lopende reisbureau van Kep op te zetten. Mijn hart won ze die avond door me samen met haar familie mee te nemen naar de opening van een Boeddhistische viering. In tempels staken we wierook aan en luisterden we naar de monniken. Niet dat ik nou zo geïnspireerd was door het Boeddhisme dat ik 's nachts geen oog dicht, maar Anna's laatste verhaal hield me wakker. Het was namelijk mogelijk dat die nacht tussen 12 en 1 een geest zonder benen in mijn kamer zou verschijnen. Wat een geest zonder benen? Heb jij die ooit gezien, Anna? 'Ja, één keer.' Was je bang? 'Heel erg!' Daar lag ik dan in mijn eentje te wachten op mijn eventuele eerste verjaardagscadeautje.
Gelukkig sloeg hij mijn bedje over en ging ik die dag samen met een gids de omgeving verkennen. De regio van Kep staat bekend om zijn peper, dus op naar de peperplantage. Daarna volgde er nog een grot en zo toerden we een paar uur door een prachtig landschap. Wel wat droog, omdat het regenseizoen op zich liet wachten. Inmiddels heb ik geleerd hoe je een motor vasthoudt zonder dat je de bestuurder hoeft vast te houden. Dit tot groot verdriet van mijn gids. Wist ik wel dat hij single was en er niemand jaloers zou worden? Die avond zou ik samen met één van de locals krab gaan eten, maar toen Anna hoorde van mijn verjaardag stond ze er op om de krab voor me klaar te maken en zo werd het een klein feestje. Heerlijk gegeten met bijzondere mensen. Vroeg mijn bed in gedoken, want de volgende ochtend vertrok mijn boot naar 'Rabbit Island'.
Op dit mini eilandje staan een paar bungalows op steenworp afstand van de zee. Elektriciteit is er alleen 's avonds van zes tot negen en je deelt je bed, douche en gat in de grond met alle dieren die door kleine gaatjes kunnen kruipen. Drie dagen lang heb ik in de zee, dan wel mijn hangmat, gelegen en gesprekken gevoerd met mijn mede eilandbewoners. Al zandkastelen bouwend met een Cambodjaans jongetje vroeg ik me even af of ik niet in dit paradijsje kon blijven. Maar nee, mijn Vietnam visum riep en dus vertrok ik naar Ho Chi Minh, ook wel Saigon. Voor mij was het moeilijk afscheid nemen van Cambodja. Dit land is door een hel gegaan. Eerst waren er de Fransen, toen de Rode Khmer en vervolgens de Vietnamezen die het voor het zeggen hadden. Pas in 1993 mocht het volk zelf een regering kiezen en toerisme is iets van de laatste tien jaar. Hopelijk vinden ze snel een weg om de strijd aan te gaan met de armoede en de corruptie.
Een vervelende busreis en een schreeuwende Vietnamese vrouw, ik wilde alleen maar een aansteker kopen, waren mijn eerste ervaringen met mijn volgende reisbestemming. In de enorme chaos van Ho Chi Minh voelde ik me een beetje verloren. Het verkeer in Aziatische steden is een gekkenhuis. Motors en auto's scheuren voorbij en voor voetgangers is het een kwestie van op goed geluk oversteken. In ieder geval zo lijkt het in mijn ogen, maar ik ben dan ook geen liefhebber van grote steden. Snel een tripje naar de Mekong Delta geboekt en de volgende dag het oorlogsmuseum bezocht. Wat een gruwelijke toestanden hebben hier plaatsgevonden! De Amerikaanse napalmbommen hebben een enorme hoeveelheid slachtoffers gemaakt. Begrijpelijk dat ze hier uitgebreid aandacht aan besteden door middel van foto's en verhalen, maar de misvormde foetussen op sterk water gingen wat mij betreft een stap te ver.
De laatste maand wilde ik zoveel mogelijk tijd aan het strand door brengen en ik heb een paar mooie stranden gezien. Om te beginnen China Beach. Een rustig strandje met een geweldig guesthouse, Hoa's place. 's Avonds hadden we familiediner en zaten we met alle gasten te eten en drinken. Waarna we natuurlijk een nachtelijke duik in de zee namen. Afgelopen dagen heb ik een toer met een boot gemaakt, geslapen onder de sterrenhemel op het dek. Daarna ben ik nog drie nachten op het eiland, Cat Ba, gebleven om van de stranden daar te genieten. Ter afwisseling van de zee ben ik in Dalat met een motor door de bergen gescheurd, langs de koffieplantages en zijdefabriek. In Hue zag ik tijdens een toer de tunnels. Gedurende de oorlog leefden hele gezinnen in dit ondergrondse gangenstelsel. In zeven jaar werden er kinderen geboren, mensen overleden en dat allemaal in die benauwde gangen.
In de afgelopen weken heb ik een land vol tegenstrijdigheden leren kennen. Er waren mensen die me tot op de laatste cent probeerden af te zetten, maar er waren er ook die me met liefde een lift gaven als ik weer eens verdwaald was. In het noorden vertelde een gids duizend keer dat Vietnam nu één land is, terwijl mijn gids in het zuiden me toevertrouwde dat als het kon hij het liefst naar Amerika zou gaan. Als de stroom weer eens uitviel en ik vroeg hoe dat kwam keken veel mensen een beetje verlegen. Andere zeiden gewoon eerlijk dat komt door het communisme, we hebben maar één energiemaatschappij. Schoolkinderen riepen enthousiast 'Welcome in Vietnam', terwijl ik in winkels af en toe straal genegeerd werd. Ondanks de moeilijke start heb ik enorm genoten van Vietnam. Het kost soms een beetje moeite, maar ook hier kan je met mensen praten en lachen. Ik realiseer me dat het voor hen gek moet zijn dat het westen eerst met bommen komt en vervolgens ladingen toeristen komen kijken naar de schade die is aangericht. Schrale troost is dat ze in ieder geval weten hoe ze er geld aan moeten verdienen. Soms niet helemaal op de eerlijke manier, maar dat kan tot hilarische taferelen leiden. Op jacht naar sigaretten werd ik een winkeltje in gesleurd. Een oude vrouw zette me op een laag stoeltje en toverde een zak met pakjes Marlboro te voorschijn. Ja, ze had wel menthol sigaretten. Ik bekeek het pakje eens goed en zag dat het een displayexemplaar was. Met mijn meest onschuldige grijns vroeg ik of ze het eerst even open wilde maken. Dat deed ze en de ene na de andere kartonnen sigaret kwam te voorschijn. Ik deed het bijna in mijn broek van het lachen, deze vrouw probeerde me in haar verkoop drang een pakje niks aan te smeren.
Nu zit ik op het vliegveld van Parijs te wachten op mijn aansluiting naar Amsterdam. Net als drie maanden geleden voel ik me een beetje onrustig. Ik ben heel erg blij om iedereen in Nederland weer te kunnen zien, maar aan de andere kant ook erg benieuwd wat er nu komt. Hoewel ik dit leventje nog wel even had kunnen volhouden is het tijd om werk te gaan zoeken en een plek om te wonen. Dus als iemand nog een baan of huis in de aanbieding heeft, het liefst in die volgorde, hoor ik het graag.
Ik heb een geweldige tijd gehad. Prachtige plekken gezien en bijzondere mensen ontmoet. Inmiddels weet ik dat je dekens alleen nodig hebt tegen kou of ongedierte. Verder had ik de afgelopen maanden geen reden om me er onder te verstoppen. Als ik maar één ding mee zou mogen nemen van deze reis, kies ik er voor om dit gevoel zo lang mogelijk vast te houden.

zaterdag 9 oktober 2010

Verliefd op Cambodja

Uren verstreken en werden dagen. Alleen eerste levensbehoeften waren reden om onze schommelende hangmatten te verlaten. Hoe minder je doet, hoe meer je gaat nadenken en des te nuttelozer je jezelf gaat voelen. Om het tij te keren moet je dan met een waanzinnig goed plan komen. Voor Morgan en mij was dat vrijwilligerswerk in Cambodja. Een boot bracht ons naar het busstation en daarmee begon mijn reis als manke nelis.
Voordat je voet op Cambodjaanse bodem mag zetten moet je eerst langs de weg der corruptie. Bij 'departure' geef je je paspoort af. Zonder dit document verder reizen is lastig, dus betaal je 2 dollar om het terug te krijgen. Een land wil niet met zieke toeristen opgescheept zitten. Een plastic tafel met idem stoeltjes op een zanderige landweg fungeerde daarom als 'healthcheck'. Even een formuliertje in vullen, thermometer op je hoofd om er zeker van te zijn dat je koortsvrij bent en dan word je voor 1 dollar volledig gezond verklaard. Dat er een stinkende wond aan mijn voet hing zou ze een worst wezen. De prijs van het visum zelf was ook ineens een paar dollar gestegen. Het zal wel een duur weekend geweest zijn voor de heren in hun strak gestreken pakken. Om de boel een beetje luchtig te houden hebben ze hun vocabulaire uitgebreid en zo werd ik uitgezwaaid met een vriendelijk 'doei'. Meer geld betalen in een land zonder enige sociale zekerheid vind ik geen enkel probleem. Helaas bewezen de bedelende kinderen direct bij de grensovergang dat mijn extra dollars niet voor sociale doeleinden gebruikt worden.
Als de zon schijnt ziet de wereld er een beetje mooier uit en hier in Azië helemaal. Het landschap straalt met intense kleuren, waardoor de natuur licht lijkt te geven. Onze eerst stop was de hoofdstad Phnom Penh. De plek waar ik het gruwelijke verleden van Cambodja leerde kennen. Dat de Rode Khmer geen vriendelijk bewind was eind jaren zeventig was mij wel bekend, maar de aanblik van de martelkamers en de Killing Fields vol massagraven maakte mij meer bewust van het drama dat hier nog geen veertig jaar geleden heeft plaats gevonden. De bedelende oorlogsslachtoffers buiten de musea doen hier nog een schepje boven op. Wij verdeelden de verschillende activiteiten over twee dagen en hadden zo genoeg tijd om 's avonds het nachtleven in te duiken. Best gek om van alle ellende in het feestgedruis te stappen. Toch bleek het een goede manier om te zien dat de mensen hier niet zielig zijn. Er wordt keihard gewerkt om het land weer op te bouwen. Dat zoiets tijd nodig heeft zie je aan de enorme armoede in de vorm van straatkinderen die naast je tafel komen staan en naar je eten wijzen of om vier uur 's nachts boven op je springen als je de kroeg uit komt. School is er voor hen niet bij, ze worden er op uit gestuurd om te werken. Niet snel zal ik de ogen van een jong meisje vergeten die onafgebroken op mij gericht stonden. Met haar kindje in de armen staat ze te wachten tot we klaar zijn met eten. Er komt een mannelijke collega, of eigenlijk concurrent, en terwijl ze zijn vieze handen van zich af weet te schudden rijdt er een dikke UN jeep achter haar langs. Een man en een vrouw stappen uit, netjes aangekleed voor een avondje uit. Het liefst zou ik alle zwerfkinderen bij ze in de auto zetten, maar het probleem is hier zo gigantisch dat het voor deze organisatie waarschijnlijk dweilen met de kraan open is. Zelf kan ik ook niet meer doen dan af en toe wat te eten voor deze kinderen kopen. Er zijn heel veel goede initiatieven, zoals weeshuizen en scholen waar kinderen Engelse les krijgen. Zij zijn voornamelijk afhankelijk van vrijwilligers. Morgan en ik bezochten zo'n school in Battambang, maar eerst gingen we nog cultuur snuiven in Siem Reap.
Om een hotelovernachting uit te sparen namen we de nachtbus van Phnom Penh. Reizen staat gelijk aan eindeloos wachten en ook nu mochten we een paar uur doorbrengen in de hal van het guesthouse. De meeste lobby's hier zijn de slaapkamers van de werknemers. Een van hen zag mij vermoeid met mijn hoofd op de tafel zakken en deed het vriendelijk voorstel om bij hem in bed te komen liggen. Met een grote glimlach en een harde 'never ever' kreeg ik de rest van het guesthouse aan het lachen. Oké, oké, hij ging wel bij z'n vriend in bed liggen en dan kon ik dat van hem nemen. Dit aanbod sloeg ik af en plofte neer in een ligstoel. In slaap vallend vroeg ik me af waar ik eigenlijk mee bezig was. Is dit nou leuk, ergens in Cambodja in een sjebbie hotel liggen wachten op de bus die je naar de volgende bestemming moet brengen? Het antwoord is, ja het is geweldig. Je komt op plekken waar je het bestaan niet van wist en hebt bijzondere gesprekken met mensen die je normaal gesproken voorbij zou lopen. Gewoon, omdat je de tijd en de rust hebt om van iedere minuut te genieten.
Siem Reap is de uitvalsbasis voor een bezoek aan Angkor Wat. We waren nog maar net de bus uit of ik zag Linda van een afstand aan komen lopen. Nou wist ik wel dat ze hier ergens was, maar deze spontane reünie deed me op één been op haar afvliegen. Angkor Wat ligt net buiten de stad en daarom regelden we een tuk-tuk die ons in drie dagen zoveel mogelijk tempels kon laten zien. In hun poging om van Cambodja een communistische staat te maken ging de Rode Khmer over lijken en vernietigde zoveel mogelijk wat hun aan het Boeddhisme deed denken. Dat zelfs de grootste bruut zijn zwaktes heeft, bewees de leider Pol Pot. Er wordt gezegd dat hij Angkor Wat gespaard heeft, omdat hij stiekem toch een beetje bang was voor de toorn van, in dit geval, Boeddha. Zelf zei hij dat Angkor Wat aantoonde tot wat voor grote daden het Cambodjaanse volk in staat is. Hoe dan ook de ruïnes die ooit tempels waren gaven ons een mooi beeld van hoe het hier eeuwen geleden uit zou hebben gezien en het is nu een belangrijke bron van inkomsten voor het land.
Dat backpacken een wereld op zich is ontdek je vooral 's avonds in het uitgaansleven. Waar we elkaar vertellen wat voor geweldige reis we aan het maken zijn en dan dansen we de rest van de nacht als één grote westerse massa. Hoe graag we ook origineel willen zijn, uiteindelijk volgen we op onze eigen manier allemaal dezelfde weg. Zelfs de meest ervaren reiziger vertelde me, desondanks al zijn ervaringen, met een wereldvreemde blik in zijn ogen dat hij al zes jaar onderweg is. Klinkt mooi jaren lang reizen, maar ik krijg soms het gevoel dat ze de weg naar huis kwijt zijn. Waar dat dan ook moge zijn.
Net buiten het stadje Battambang proefden we wat meer van het lokale leven. Linda nam de bus naar Phnom Penh, naar later bleek een tijdelijk afscheid. Twee dagen hebben Morgan en ik doorgebracht bij de eigenaar van een NGO. We sliepen in zijn huis en aten mee met de familie. Ze hadden een school opgezet waar kinderen uit de regio Engels kunnen leren. Een paar uur per dag kregen ze les van vrijwilligers uit de omgeving. Ellie, een eerder reisgenootje van Morgan was er ook en we kregen ieder een klas toebedeeld. Wij vonden het leuk om met deze kinderen om te gaan en voor hen waren een stel van die westerse koppen een hele ervaring, maar als je echt iets wilt bereiken moet je langer blijven. Mijn vraag naar een bal om mee te spelen verraadde gelijk mijn onwetendheid. Het hele terrein werd afgezocht, maar er was nergens speelgoed te bekennen. Daarnaast hadden ze goede docenten die natuurlijk niet voor twee dagen hun programma omgooien. Je leert wel meer van het land kennen en we hebben genoten van de gastvrijheid van ons gezin.
Naast malaria is dengue fever hier een groot probleem. Besmette kinderen worden met infuus en al over straat gedragen of zitten tussen hun ouders in op een motor. Dat deze ziekte geen onderscheid maakt, bleek op de ochtend van vertrek. Morgan lag met koorts op bed. Gelukkig had ze al een busticket naar Bangkok, waar ze in het ziekenhuis ontdekten dat ze een lichte vorm van dengue had opgelopen.
Ellie en ik besloten samen naar Sihanoukville te gaan, een enorm toeristisch oord. Zodra in het laagseizoen de toeristen wegvallen zie je wat er van zo'n stad overblijft. In dit geval waren dat backpackers die van gekkigheid niet weten wat ze met hun tijd aan moeten en gaan werken voor een kroeg. Reden voor Ellie en mij om een avondje mee te feesten. Daar kwam ik er achter dat deze stad uit meer bestond dan reizigers die een tijdje onschuldig lol willen hebben. Het sekstoerisme viert hier hoogtijdagen. Cambodja is één van de minst ontwikkelde landen in de regio en dat trekt westerse mannen aan op zoek naar jonge meiden, al dan niet tegen betaling. Het laatste hotel waar we sliepen werd beheerd door een Canadees die de boel had omgebouwd tot een veredeld bordeel en zijn personeel behandelde als oud vuil. Bordjes met teksten als no sekstrafficking and no drugs, moesten de schijn wekken dat we in een degelijk hotel waren. De meisjes die voor onze ogen betaald en bedankt werden, met soms bloeddoorlopen ogen van de drugs, bewezen het tegendeel. Ik heb een middag de tijd gehad om de boel te observeren en me afgevraagd waarom deze zieke geesten een land als Cambodja verder de vernieling in willen helpen. Begrijpen zal ik het nooit, maar ik ben dan ook meer het type dat van gekkigheid niet weet wat ik met mijn tijd moet en daarom de terugkeer naar Nederland nog even uitstel. Zodat ik wat langer kan genieten van al het moois dat dit werelddeel te bieden heeft. Hoewel het maar een schamele negen dagen extra zijn, kan ik nu wel een maandje in Vietnam doorbrengen. Dat was ook de belangrijkste reden dat ik in deze rare stad terecht was gekomen, een visum regelen voor Vietnam. Gelukkig was onze reddende engel Linda er ook en had zij het perfecte plan om naar het nabijgelegen eiland Koh Rong te gaan. Met z'n drietjes hebben we toen een aantal dagen genoten van zon, zee, strand en complete rust. Zelf heb ik nog een duikpoging gedaan, maar met mijn geluk had ik een verstopt oor en kwam ik niet verder dan zeven meter. Dan maar snorkelen. Toen ik aan het einde van de dag terug kwam met mijn manke poot, zonverbrande huid en doof oor hebben ze me gemakshalve maar omgedoopt tot Bridget Jones. Doordat mijn visum eind september in ging zou ik mijn verjaardag in Cambodja vieren en eigenlijk kon ik geen betere plek treffen. Volgende keer meer over mijn feestje met de locals en het paradijs dat ik daarna vond. Nu zit ik in Vietnam, waar ik even heb moeten wennen. Ik mis de vriendelijke Cambodjanen met hun oprechte glimlach, energie en vooral hun enorme gevoel voor sarcasme waar ik een beetje verliefd op ben geworden.