zaterdag 9 oktober 2010

Verliefd op Cambodja

Uren verstreken en werden dagen. Alleen eerste levensbehoeften waren reden om onze schommelende hangmatten te verlaten. Hoe minder je doet, hoe meer je gaat nadenken en des te nuttelozer je jezelf gaat voelen. Om het tij te keren moet je dan met een waanzinnig goed plan komen. Voor Morgan en mij was dat vrijwilligerswerk in Cambodja. Een boot bracht ons naar het busstation en daarmee begon mijn reis als manke nelis.
Voordat je voet op Cambodjaanse bodem mag zetten moet je eerst langs de weg der corruptie. Bij 'departure' geef je je paspoort af. Zonder dit document verder reizen is lastig, dus betaal je 2 dollar om het terug te krijgen. Een land wil niet met zieke toeristen opgescheept zitten. Een plastic tafel met idem stoeltjes op een zanderige landweg fungeerde daarom als 'healthcheck'. Even een formuliertje in vullen, thermometer op je hoofd om er zeker van te zijn dat je koortsvrij bent en dan word je voor 1 dollar volledig gezond verklaard. Dat er een stinkende wond aan mijn voet hing zou ze een worst wezen. De prijs van het visum zelf was ook ineens een paar dollar gestegen. Het zal wel een duur weekend geweest zijn voor de heren in hun strak gestreken pakken. Om de boel een beetje luchtig te houden hebben ze hun vocabulaire uitgebreid en zo werd ik uitgezwaaid met een vriendelijk 'doei'. Meer geld betalen in een land zonder enige sociale zekerheid vind ik geen enkel probleem. Helaas bewezen de bedelende kinderen direct bij de grensovergang dat mijn extra dollars niet voor sociale doeleinden gebruikt worden.
Als de zon schijnt ziet de wereld er een beetje mooier uit en hier in Azië helemaal. Het landschap straalt met intense kleuren, waardoor de natuur licht lijkt te geven. Onze eerst stop was de hoofdstad Phnom Penh. De plek waar ik het gruwelijke verleden van Cambodja leerde kennen. Dat de Rode Khmer geen vriendelijk bewind was eind jaren zeventig was mij wel bekend, maar de aanblik van de martelkamers en de Killing Fields vol massagraven maakte mij meer bewust van het drama dat hier nog geen veertig jaar geleden heeft plaats gevonden. De bedelende oorlogsslachtoffers buiten de musea doen hier nog een schepje boven op. Wij verdeelden de verschillende activiteiten over twee dagen en hadden zo genoeg tijd om 's avonds het nachtleven in te duiken. Best gek om van alle ellende in het feestgedruis te stappen. Toch bleek het een goede manier om te zien dat de mensen hier niet zielig zijn. Er wordt keihard gewerkt om het land weer op te bouwen. Dat zoiets tijd nodig heeft zie je aan de enorme armoede in de vorm van straatkinderen die naast je tafel komen staan en naar je eten wijzen of om vier uur 's nachts boven op je springen als je de kroeg uit komt. School is er voor hen niet bij, ze worden er op uit gestuurd om te werken. Niet snel zal ik de ogen van een jong meisje vergeten die onafgebroken op mij gericht stonden. Met haar kindje in de armen staat ze te wachten tot we klaar zijn met eten. Er komt een mannelijke collega, of eigenlijk concurrent, en terwijl ze zijn vieze handen van zich af weet te schudden rijdt er een dikke UN jeep achter haar langs. Een man en een vrouw stappen uit, netjes aangekleed voor een avondje uit. Het liefst zou ik alle zwerfkinderen bij ze in de auto zetten, maar het probleem is hier zo gigantisch dat het voor deze organisatie waarschijnlijk dweilen met de kraan open is. Zelf kan ik ook niet meer doen dan af en toe wat te eten voor deze kinderen kopen. Er zijn heel veel goede initiatieven, zoals weeshuizen en scholen waar kinderen Engelse les krijgen. Zij zijn voornamelijk afhankelijk van vrijwilligers. Morgan en ik bezochten zo'n school in Battambang, maar eerst gingen we nog cultuur snuiven in Siem Reap.
Om een hotelovernachting uit te sparen namen we de nachtbus van Phnom Penh. Reizen staat gelijk aan eindeloos wachten en ook nu mochten we een paar uur doorbrengen in de hal van het guesthouse. De meeste lobby's hier zijn de slaapkamers van de werknemers. Een van hen zag mij vermoeid met mijn hoofd op de tafel zakken en deed het vriendelijk voorstel om bij hem in bed te komen liggen. Met een grote glimlach en een harde 'never ever' kreeg ik de rest van het guesthouse aan het lachen. Oké, oké, hij ging wel bij z'n vriend in bed liggen en dan kon ik dat van hem nemen. Dit aanbod sloeg ik af en plofte neer in een ligstoel. In slaap vallend vroeg ik me af waar ik eigenlijk mee bezig was. Is dit nou leuk, ergens in Cambodja in een sjebbie hotel liggen wachten op de bus die je naar de volgende bestemming moet brengen? Het antwoord is, ja het is geweldig. Je komt op plekken waar je het bestaan niet van wist en hebt bijzondere gesprekken met mensen die je normaal gesproken voorbij zou lopen. Gewoon, omdat je de tijd en de rust hebt om van iedere minuut te genieten.
Siem Reap is de uitvalsbasis voor een bezoek aan Angkor Wat. We waren nog maar net de bus uit of ik zag Linda van een afstand aan komen lopen. Nou wist ik wel dat ze hier ergens was, maar deze spontane reünie deed me op één been op haar afvliegen. Angkor Wat ligt net buiten de stad en daarom regelden we een tuk-tuk die ons in drie dagen zoveel mogelijk tempels kon laten zien. In hun poging om van Cambodja een communistische staat te maken ging de Rode Khmer over lijken en vernietigde zoveel mogelijk wat hun aan het Boeddhisme deed denken. Dat zelfs de grootste bruut zijn zwaktes heeft, bewees de leider Pol Pot. Er wordt gezegd dat hij Angkor Wat gespaard heeft, omdat hij stiekem toch een beetje bang was voor de toorn van, in dit geval, Boeddha. Zelf zei hij dat Angkor Wat aantoonde tot wat voor grote daden het Cambodjaanse volk in staat is. Hoe dan ook de ruïnes die ooit tempels waren gaven ons een mooi beeld van hoe het hier eeuwen geleden uit zou hebben gezien en het is nu een belangrijke bron van inkomsten voor het land.
Dat backpacken een wereld op zich is ontdek je vooral 's avonds in het uitgaansleven. Waar we elkaar vertellen wat voor geweldige reis we aan het maken zijn en dan dansen we de rest van de nacht als één grote westerse massa. Hoe graag we ook origineel willen zijn, uiteindelijk volgen we op onze eigen manier allemaal dezelfde weg. Zelfs de meest ervaren reiziger vertelde me, desondanks al zijn ervaringen, met een wereldvreemde blik in zijn ogen dat hij al zes jaar onderweg is. Klinkt mooi jaren lang reizen, maar ik krijg soms het gevoel dat ze de weg naar huis kwijt zijn. Waar dat dan ook moge zijn.
Net buiten het stadje Battambang proefden we wat meer van het lokale leven. Linda nam de bus naar Phnom Penh, naar later bleek een tijdelijk afscheid. Twee dagen hebben Morgan en ik doorgebracht bij de eigenaar van een NGO. We sliepen in zijn huis en aten mee met de familie. Ze hadden een school opgezet waar kinderen uit de regio Engels kunnen leren. Een paar uur per dag kregen ze les van vrijwilligers uit de omgeving. Ellie, een eerder reisgenootje van Morgan was er ook en we kregen ieder een klas toebedeeld. Wij vonden het leuk om met deze kinderen om te gaan en voor hen waren een stel van die westerse koppen een hele ervaring, maar als je echt iets wilt bereiken moet je langer blijven. Mijn vraag naar een bal om mee te spelen verraadde gelijk mijn onwetendheid. Het hele terrein werd afgezocht, maar er was nergens speelgoed te bekennen. Daarnaast hadden ze goede docenten die natuurlijk niet voor twee dagen hun programma omgooien. Je leert wel meer van het land kennen en we hebben genoten van de gastvrijheid van ons gezin.
Naast malaria is dengue fever hier een groot probleem. Besmette kinderen worden met infuus en al over straat gedragen of zitten tussen hun ouders in op een motor. Dat deze ziekte geen onderscheid maakt, bleek op de ochtend van vertrek. Morgan lag met koorts op bed. Gelukkig had ze al een busticket naar Bangkok, waar ze in het ziekenhuis ontdekten dat ze een lichte vorm van dengue had opgelopen.
Ellie en ik besloten samen naar Sihanoukville te gaan, een enorm toeristisch oord. Zodra in het laagseizoen de toeristen wegvallen zie je wat er van zo'n stad overblijft. In dit geval waren dat backpackers die van gekkigheid niet weten wat ze met hun tijd aan moeten en gaan werken voor een kroeg. Reden voor Ellie en mij om een avondje mee te feesten. Daar kwam ik er achter dat deze stad uit meer bestond dan reizigers die een tijdje onschuldig lol willen hebben. Het sekstoerisme viert hier hoogtijdagen. Cambodja is één van de minst ontwikkelde landen in de regio en dat trekt westerse mannen aan op zoek naar jonge meiden, al dan niet tegen betaling. Het laatste hotel waar we sliepen werd beheerd door een Canadees die de boel had omgebouwd tot een veredeld bordeel en zijn personeel behandelde als oud vuil. Bordjes met teksten als no sekstrafficking and no drugs, moesten de schijn wekken dat we in een degelijk hotel waren. De meisjes die voor onze ogen betaald en bedankt werden, met soms bloeddoorlopen ogen van de drugs, bewezen het tegendeel. Ik heb een middag de tijd gehad om de boel te observeren en me afgevraagd waarom deze zieke geesten een land als Cambodja verder de vernieling in willen helpen. Begrijpen zal ik het nooit, maar ik ben dan ook meer het type dat van gekkigheid niet weet wat ik met mijn tijd moet en daarom de terugkeer naar Nederland nog even uitstel. Zodat ik wat langer kan genieten van al het moois dat dit werelddeel te bieden heeft. Hoewel het maar een schamele negen dagen extra zijn, kan ik nu wel een maandje in Vietnam doorbrengen. Dat was ook de belangrijkste reden dat ik in deze rare stad terecht was gekomen, een visum regelen voor Vietnam. Gelukkig was onze reddende engel Linda er ook en had zij het perfecte plan om naar het nabijgelegen eiland Koh Rong te gaan. Met z'n drietjes hebben we toen een aantal dagen genoten van zon, zee, strand en complete rust. Zelf heb ik nog een duikpoging gedaan, maar met mijn geluk had ik een verstopt oor en kwam ik niet verder dan zeven meter. Dan maar snorkelen. Toen ik aan het einde van de dag terug kwam met mijn manke poot, zonverbrande huid en doof oor hebben ze me gemakshalve maar omgedoopt tot Bridget Jones. Doordat mijn visum eind september in ging zou ik mijn verjaardag in Cambodja vieren en eigenlijk kon ik geen betere plek treffen. Volgende keer meer over mijn feestje met de locals en het paradijs dat ik daarna vond. Nu zit ik in Vietnam, waar ik even heb moeten wennen. Ik mis de vriendelijke Cambodjanen met hun oprechte glimlach, energie en vooral hun enorme gevoel voor sarcasme waar ik een beetje verliefd op ben geworden.

1 opmerking:

  1. hee lisette,
    wat maak je veel mee! hoop dat je tenen weer gewoon voelen inmiddels!
    vind je verhalen superleuk!ben nu op de helft van dit verhaal, maar heb geen tijd meer:S lees de rest vanavond. ik denk aan je!
    xx

    BeantwoordenVerwijderen